Wandelend in een zeer groot bos
Ver weg van alle lawaai
langs het pad groeit wat mos
ik hoor het geluid van een kraai
In mijn gedachten vlieg ik hem na
jaloers zijnd op zijn vrijheid
proberen dichter te komen bij mijn ma
het plezier da'k dan beleef, de blijheid
Onder mij zie 'k het mooie groene woud
het woud dat verkleint met de hoogte
maar op een moment wordt het te koud
terug naar onder gaan, is wat 'k dan hoopte
Maar hoger geraakte ik toch niet
ik val terug omlaag
neerkomend in wat hoge riet
kriebels heb ik in mijn maag
Toch blijf ik verderzoeken
maar ik vind alleen wat riet
mijn moeder is verdwenen
maar uit mijn hart geraakt ze niet