Ik ben boos,
iedereen die ik vertrouw slipt uit mijn handen.
Ik ben verdrietig,
waarom kan ik nooit eens zachtjes landen?
Ik ben boos,
waarom krijg ik altijd zo'n harde klap.
Ik ben verdrietig,
ik voel me slap.
Ik ben boos,
ik vertrouwde jou.
Ik ben verdrietig,
als je gaat, ga dan gauw.
Ik ben boos,
ga nou weg, anders kan ik het niet aan.
Ik ben verdrietig,
als je nu niet gaat, kan ik je nooit meer laten gaan.
Ik ben boos,
ik wil dat je gaat, anders raak ik nog meer aan je gehecht.
Ik ben verdrietig,
ik kan het al bijna niet meer winnen dit gevecht.
Ik ben boos,
je bent weggegaan, terwijl je weet dat ik van je hou.
Ik ben verdrietig,
is dut nou wat ik echt wou?