De boom
Ik voel me als een boom in de regen, de wortels onder mij worden weg gespoeld
En ik raak het contact met de bodem kwijt. Ik ben bang dat ik niet langer kan vast houden aan de grond onder mij.
Ben ik een boom of een tak, een loot dit uitschiet naar het licht.
Of de bloesem aan het eind van de tak die moet uitbloeien om nieuwe grond te vinden.
Ik weet het niet meer, ik worstel met het licht,maar de bladeren om me heen houden het tegen en ik ben bang dat ik het licht nooit bereiken kan.
De takken buigen onder het gewicht en de bladeren nat en zwaar door al het gewicht,
dragen niet meer, ze buigen door naar de grond zwart en modderig als tranen op het
gezicht van een verlaten kind in oorlogsgebied.
Een boom wil uiteindelijk maar een ding, groeien en groter worden zijn taken hoog gericht, zo hoog mogelijk naar het licht. Maar een boom staat vast in de grond, en om gezond te blijven heeft hij gezonde grond nodig om te overleven. Maar de grond om mij lijkt vervuild, en de bladeren rond mij stam verwelken een voor een.
Misschien ben ik toch de bloesem aan het een van de tak, mag ik bloeien slechts voor enkele dagen in al mijn pracht. Iedereen bewondert mij, slechts tijdelijk want mijn taak is van korte aard. Als ik ben uitgebloeid heeft iedereen en alles mij verlaten en zweven de blaadjes flets van kleur door de lucht, zoekend naar dat laatste beetje hoop, daar ver weg in het licht waar ik uiteindelijk toch zal eindige op de grond zonder uitzicht op meer.
15 juli 2004