ik dacht vaak aan een meisje,
het meisje zonder naam.
ik leek haar goed te begrijpen,
en zag haar ook vaak staan.
ik dacht vaak aan een meisje,
een meisje met verdriet.
een meisje met opgekropte woede,
die het niet zien liet.
ik dacht vaak aan een meisje,
die slechthorend is.
een meisje met een bril,
maar meer was er niet mis.
ik dacht vaak aan een meisje,
wat altijd haar best deed.
die voor iedereen klaar stond,
en het met liefde deed.
ik dacht vaak aan een meisje,
wat heel veel nadacht.
alles werd vaak tegen haar gebruikt,
en ik snap nog steeds niet waarom ze lacht.
ik dacht vaak aan een meisje,
wat alles goed bedoelde.
het meisje dat andere wou helpen,
en met hen mee voelde.
ik dacht vaak aan een meisje,
dat al zoveel had gezien.
verdriet en ellende, ruzie en racisme,
ontvoering en bedreiging, nog wel meer misschien.
ik dacht vaak aan dat meisje,
totdat ik op een dag wakker werd.
en besefte dat dat meisje niet onbekend was,
dat meisje dat een jonge vrouw werd.
ik besefte dat ik haar kende,
en wist wie zij was.
wat ik eerder niet onder ogen wou zien,
was dat ik het zelf was...