Ik ben niet bang om dood te gaan…
Ik vrees een zinloos bestaan…
Jij verlangt zo naar onsterfelijkheid,
Jij vreest het einde van je tijd…
Wat ik vrees is het einde van fatsoenlijk denken,
Wat ik vrees is het vergaan van de wijsheid die we elkaar schenken…
Wat ik niet vrees is de dood,
Wat ik niet vrees is de allerlaatste noot…
Jouw verlangen voor het leven,
Zijn zo groot dat je vergeet wat je is gegeven…
Ik leef me leven gevuld met trouw,
En soms hoop ik ervoor, heel gauw…
Maar soms doen me andere angsten zoveel pijn…
Dat ik hier liever niet meer wil zijn,
Dan wens ik dat ik zou verdwijnen,
Verlost van al mijn verschillende pijnen…
Soms verlang ik naar het einde van mijn tijd…
De woorden die jij zo graag mijdt…
Ik vrees zinloze woorden,
Ik vrees het vastbinden van de koorden…
Ik heb nu de wilskracht om te leven,
Voor zo lang die me is gegeven…