‘T is al laat,
maar de slaap vat maar niet.
Alle hoop vervlogen
en geen in het verschiet.
Ontevredenheid breekt me
en jaloezie overheerst.
Een diep gat loert
dat ik zo lang heb gevreesd.
Ik ben wat mijn verleden
heeft voorgeschreven.
Maar hierdoor kreeg ik
een wijsheid voor het leven.
Nooit zal ik breken
als ik maar vooruit denk.
Ooit zal alles meer betekenen
dan overleven, Gods geschenk.