denkend aan de dood kon Bloem niet slapen
denkend aan Bloem ben ik als de dood
dat het leven nog steeds vliedt gelijk het vlood
en zie ik voor mij mijn eigen graf al gapen
hoe zinloos ook is het schriel te wapen
geluk en liefde staan al tijden in het rood
de overwinning is onvermijdelijk aan de dood
het leven rest de scherven van illusies bijeen te schrapen
hopen op het leven noem ik laf
een te vals een sentiment om te bewaren
hoop op kansen die het leven nooit bood
en dan nog: 't loopt alles uit op de dood
het leven, dat is slechts een ellendig aantal jaren
tegenover de eeuwige vredigheid van het graf