Kijkend in de tuin van mijn vader,
waar de Sperciboontjes staan.
De aardappels al volgroeid zijn,
vader aan het rooien is gegaan.
**pa**
Trots laat hij al zijn uien zien,
ze hangen te drogen aan een paal.
Bewonder zijn oude gedaante,
wat ben ik toch trots op dit allemaal.
**ik**
Een wonder dat is mij gegeven,
om dit allemaal te mogen zien.
Nog mijn oude vader te beleven.
Zo fier en trots bovendien.
**hou**
Mijn gedachten laten mij dwalen,
naar een ver en toekomst oord.
Ik hoop dat hij de 100 mag halen,
dat mijn gebeden worden gehoord.
**van u**