een donkere gang vol afkeer en vragen.
waarom blijft men toch klagen?
ze zeggen dan tege me hoer,slet of trut,
maar wat heeft dat toch voor nut?
denken ze dat ik me dan anders ga gedragen?
fou, het wekt alleen nog meer vragen.
elke nacht bewandel ik die donkere gang
en hij maakt me telkens bang.
het maakt de angst alleen maar sterker,
ik voel me een gevangenen in de donkerste kerker.
die kerker is mijn hart,
daar zit ik dan..
zoekend op naar een antwoord en hopend op een nieuwe start