Stil komt een gevoel mijn hartje binnen.
Het is een gevoel dat mensen kan pijn doen.
Een gevoel dat je bang maakt of juist heel boos.
Dat gevoel maakt mij bang.
Bang van alles en iedereen.
Mijn vertrouwen is weg.
Het vertrouwen dat ik ooit had in mensen is weg.
De muur rond mij wordt weer stilletjes opgebouwd.
Steentje per steentje,
muur per muur,
en dat alles door kritiek, verdriet en angst.
Ik weet het is niet goed.
Maar dit is mijn manier om alles te verwerken wat ik meemaak of op me afkomt.
Ik hoop dat ik die muur weer kan afbouwen tot wat ik was,
want nu voel ik me een kleine vlinder,
die voor het eerst alleen vliegen mag,
en het noorden kwijt is.
Die vlinder voelt zich alleen, angstig en weet niet wat te doen.
Wel zoals die vlinder, zo voel ik me nu.