Opgeschoten planten pracht,
soms stekelig venijn,
groen waar je kleur verwacht,
de zon, hun hele zijn.
Verwarrend, denk je dan,
dat zoiets toch bestaat,
ik nochtans geen tuinman,
heb hierbij geen baat.
Mijn plantenspuit in de hand,
ga ik ze allen te lijf,
de distel en paardebloem,
de netel die zo brandt,
het staat buiten kijf,
het onkruid is verdoemd.