Klein blauwtje
Heel ver weg hier vandaan in een groot donker bos
Daar heeft een rupsje een coconnetje om haar heen gebouwd
Het eeuwige kruipen (ongelukkig zijn ) maakte haar zo vreselijk moe.
En zocht een klein beschut plekje
Na veel gevaren voor eigen leven
En na een tijdje vond ze haar plekje
Ze verschool zich in haar kleine huisje
Het was een beschut maar eenzaam huisje
Ze maakte zich reeds sterk voor de buitenwereld
Nu kon de grote boze buitenwereld haar geen geweld aan doen
Ze ging heel diep slapen en wachten tot ze gewekt zou worden
Verscholen in haar huisje voelde zich sterker worden
Ze voelde zich eenzaam en alleen
D e dagen en nachten gingen voorbij
De tijd duurde lang, heel lang
Ze hoopte op betere tijden
Tijden dat men haar eens zou begrijpen
Alleen als ze zich voelde toch voelde ze zich beschermd.
Onder de vleugels van de Natuur
Moe als ze was koos ze voor om te gaan slapen voor andere tijden
En ze gaf zich over aan de Grote krachten en Machten
Op een mooie dag van Eostra kuste de Zon de het huisje van het rupsje .
Ze werd wakker..
Onwennig vreemd en toch nieuwsgierig
Ze voelde dat haar huisje te klein was geworden
Ze warmde zich op aan de stralen van de Eostra Zon
De Zon een bron van warmte en liefde
Ze sloeg haar kleine blauwe vleugetjes uit...
Ze kon vliegen.......
Ze danste op de wind liet zich meenemen op haar vleugeltjes
Door bossen en heide vloog ze en vele gevaren trotseerde ze
Ze wist dat ze mooi was Ze dronk het nectar van de bloemen
Als de zon onder was zocht ze een plaatsje om te dromen
Ze zag haar zuster de Maan en de duizenden sterren
Een hele nieuwe wereld die ze nu ging ontdekken
Ze voelde zich nu vrij gelukkig en blij
Na zo een zoektocht is ze eindelijk thuis gekomen