een buitenbeentje is wat je bent,
anders dan anderen,
opgesloten in een kooi
kijkent naar vrijheid
de vrij heid die je eens had.
in je ogen staat verdriet,
het verdriet om het verlies van je vrijheid,
je gang is lom en traag,
maar eens was je soepel en snel
je moest jagen om te eten
nu krijg je gewoon war voorgeschoven,
mensen wandelen langs het grote dikke raam
waarachter jij gevangen zit
ze bewonderen jou om je schoonheid
zien het verdriet en de pijn die jou ogen verscholen eit
zien allen maar een prachtig dier met een jong
hoe graag had jij je kind willen leren de wetten van de natuur
nu kun je er alleen over vertellen hoe jou leven was.
een leven vol aventuur en passie
de passie van de natuur en het jagen
jagen naar een prooi
een prooi om in het leven te blijven
nu zit je daar pgesloten in een kooi,
en de mensen die langs je lopen vinden je alleen maar mooi
kijken niet naar jouw ogen vol verdriet en pijn
omdat je vroeger vrij kon zijn