Het was vrolijk licht,
De zon scheen.
Mijn ogen waren dicht,
Je streelde zachtjes mijn been.
We lagen daar,
Stil in het gras.
Voelden onze liefde voor elkaar,
Besefte hoe gelukkig ik was.
Mijn hand in die van jou,
Mijn lippen op je mond.
Zachtjes zei je “ik hou van jou”,
Even draaide alles rond.
Maar toen vervaagde je gezicht,
En je woorden werden alsmaar zwakker.
Weg was het vrolijke licht,
Huilend werdt ik wakker..
(Was mijn droom maar werkelijkheid,
En was ik weer bij jou.
Ik weet, ik ben je lieve meid,
En jij weet dat ik van je hou.
Toch is dit misschien niet genoeg,
Zijn we te ver van elkaar.
We hebben nog zoveel lange jaren voor de boeg,
Misschien wordt dat wel veel te zwaar.
Weet je wel zeker dat je zolang op me wilt wachten?
Dat je me zoveel tijd wilt geven?
Elke dag denk ik terug aan die tijd dat we samen lachten,
En besef ik: voor jou zal ik mijn leven geven!)