Hoe leuk om met de wagen te rijden
De fietsers steken je gretig voorbij
Voor voetgangers moet je alom stoppen
En de brandstof gaat steeds de hoogte in
Je laat een voetganger voorbij schrijden
Niet omdat het moet, maar lief en gastvrij
En niet iedereen kan dit verkroppen
de claxons bewijzen de tegenzin
Zelfs de blikken der voetgangers snijden
Met de vraag waarom stop jij nu voor mij
Alsof die beleefdheid hen wou foppen
zo beginnen zij hun dag met weerzin
Doch mooie of slechte weergetijden
Ik zit uit de regen, uit de zonzij
En terwijl zij mij dan voorbij soppen
Moet ik eens lachen om al die onzin