Het is als een klein kriebeltje,
diep van binnen.
Je ziet het niet, maar voelt het wel.
Het draait een rondje,
en springt omhoog.
Komt naar beneden en loopt heen en weer.
Ik weet niet wat te doen
en duw het weg,
stap erover heen.
Maar het blijft een kriebeltje,
het wordt zelfs groter...
Dan besluit ik het op te pakken,
te aaien, tegen me aan te drukken.
Dan laat ik het los,
ga maar, toe maar,
je bent groot genoeg.