De verroeste hemel met witte olieplekken,
verdwaalt tot wat haar lief komt,
golvend in ieders dag,
hier vaart mijn schip,
Tussen wal en zee,
hangen mijn laatste gedachtes,
scherven van ons geluk voor twee,
voor wie nooit op zich laat wachten,
Daar bid de oude man,
vergeef hem zijn zondaars,
mijn passen zijn al geteld,
het is niet goed, maar ik laat het maar