Jij betekende alles voor mij,
voor jou zou ik door het vuur gaan.
Jij schoot op mij, terwijl ik met men rug naar je toe stond.
Waarom veracht je me opeens?,
waarom heb je me uit je leven gesloten?,
waarom geef je mij de schuld van al jou fouten?
Ik dacht dat ik je kon vertrouwen,
dat je wist dat je alles aan mij kon vertellen, zonder dat ik met de vinger ging wijzen of iets slechts ging denken.
Ik dacht dat ik een vriend had, maar dees was mijn vijand.
Waarom negeerde je mij,
je maakt me triest!
Waarom viseerde je mij als je vijand? Was het omdat ik iets verkeerd zei, of omdat ik iets verkeerd gedaan heb?, of was het omdat ik ik ben?
Kon je me maar dit antwoord geven,
maar dan zou je eerst met mij moeten praten,
maar ook toen ik dit alles tegen je zei,
keerde jij je rug en liep weg van mij,
zonder maar één woord te zeggen.
Ik dacht dat je anders was, wist ik maar wat er was, waarom je me veracht.
misschien kom ik het ooit te wete, wie weet.