door moeheid overmand
wacht ik versufd op de bel
de verlossing uit deze studie van niets
een leeg blad vol betekenisloze tekens
m'n ogen staren naar buiten
op zoek naar de verste verte
m'n geest verlaat het lokaal
droomt weg naar de boom met groene blaadjes
buiten rust ik uit
genietend van de eerste frisse winterdag
voor even vrij en vredig
duw ik de les als een nare droom van me af
de bel waarschuwt m'n oren
maar de geest wil niet mee terug
blijft plakken in de mooie droom
terwijl het lichaam als in een nachtmerrie de werkelijkheid omhelst
of is de droom de werkelijkheid
de werkelijkheid slechts een illusie
maar dan is de droom ook een illusie
en blijft het echte leven leeg