Het gezelschapsspel Letorama als kaartspel
Gemaakt in negentien honderd acht en tachtig
Één jaar voor het later gespeeld rad van fortuin
Werd toen al zijn idee en toekomst ontstolen
En dat al op de Gentse feesten dan nog wel
Het speelde er zo veel belovend en prachtig
Gent op al zijn kop klonk het toen met hun bazuin
Met de letters op hun kop als mijn idolen
Maar na de feesten doorliep ik een ware hel
Mijn dieven hadden veel geld en waren machtig
Van de voorgevel zat ik in de achtertuin
Corruptie en gerecht zouden mij ontkolen
Lof en media eindigden aan de noodbel
Doch als uitvinder werd ik daardoor weer drachtig
Bij het damspel slaat men met de pion ook schuin
Maar is dat een reden om dan te gaan jolen