Papa, jij schijn heil.
Jij maakt mij geestelijk kapot.
Jij hebt een karakter zo verrot.
Jij belt een inrichting voor me op.
Jij bent diegene die me mist.
Eerst moest ik erom huilen,
maar ik ben diegene die me erin vergist.
Het was helemaal niet waar wat je zei.
Ik maar denken en denken maar ik was niet zo blij.
Je moest iets hebben om te zeggen dat het niet opviel,
dat die kinderbescherming denken dat je wel om me geeft.
Maar ik ondertussen leeg zijn van binnen en weten dat mijn pa niks aan zijn kind heeft.
Ik ben 1 stuk hout, waar je mee kan slaan.
Ik ben niet iemand (een mens) die er onderdoor kan gaan.
Ik ben degene die alle schuld op me neemt.
En ik me doodzwijgen voor jou, maar ondanks ik niet van je hou, klinkt het niet zo vreemd!?
Hallo, ik ben maar een kind hoor, een kind van 15 jaar.
Ik ben maar een levend wezen, ik leef ook maar.
Pa, nu ben ik nog jong en onvolwassen.
Maar er komt een dag, dat ik jou een keer ga verassen.
Niet ik ga er onderdoor, ik ben sterk en doe zelf mijn werk.
Jij bent lucht, een lucht waarmee je niet kan leven.
Als je dit gedicht ooit leest, zal je zeggen het doet me pijn.
Maar dat zal me een worst zijn.
Ga je gang, ga door met je leven.
Van mij zul je geen last hebben, maar als ik van je af ben is dat voor mij een hele grote zegen!!!!