Mijn afscheid.
Van het leven dat ik ooit had.
Van het verleden, toen gebeurd.
Van het alles zijn in mijn wereld en
het niets zijn in de realiteit.
Mijn afscheid.
Van verloren gedachtes die ik nooit heb gezegd.
Van het altijd pijn hebben, innerlijk wat
nooit mijn schuld was.
Mijn afscheid.
Van dat wat me kwetste.
Van dat wat ik niet verwoorden kon.
Van het wenen voor vroeger.
Mijn afscheid van dat miserabele bestaan.
Mijn afscheid van het leven dat ik nooit wou.
- Oranje zien. Van in een zonsondergang of zoals de bladeren in de herfst. Oranje brandt.-