Het Gezelschapsspel Hoedje er op Hoedje er af
Oorspronkelijk voor de namaak dikken en dunnen
Was een oprecht eerbetoon aan Laurie en Hardie
Doch wat die hier deden was slechter dan na-apen
Weer eens te meer wrocht, en sleurde ik tot het bekaf
Voor mij was de spreuk als een mens wil moet het kunnen
Maar spijts genoeg zou niet het geld doch de jaloezie
Mij als dunne ego muze dit keer verlaten
Ik stuurde het zelfs op Internet als een tjiftjaf
En weer ging ik van het een naar het ander runnen
Doch nergens vond ik ook maar enig diaconie
Niemand wou er toen zelf met mij eens over praten
Zodat ik mij woedend aan mijn orgel overgaf
Ik zou er hen op de hoop toe een lied bij gunnen
Vol met dikke en dunne noten in harmonie
Waarover ze nog lang zouden blijven napraten