Dove klanken
Waar ik bij vanavond
wakker werd braakte ik sintels
klanken. Ontredderd sluimeren we in
de genese van mijn gedachten.
We waren vierkant, niet meer rond.
Je hapte, slorpte jouw bloed slopend door
mijn mond. Ik schrijd door je meeuwenoogjes
zwalkte waterloos nergens bij waas.
Je krijste tijdloos boven mijn schouders
onverschillig speelde ik verder
de dag, zo snel dat ik louter flarden zag, je zweeg.
Alles bevroor, nader elkaar
in een wereld van glas, deinde ik m’n ogen
in de jouwe. Je hield me vast en trok me de tijd in,
ik vergroeide aan je handen…