De Kast.
Kast, wat hebben wij jou aangedaan
je moet maar altijd blijven staan.
Wij proppen alles in jouw lijf
maar jij blijf ......stok stijf.
Wat een houding wat een trouw
ik hou van jou, ik hou van jou.
Toch zal ik jou niet kussen
maar ondertussen ....
Ben jij wel mijn pakjesdragen,mijn bezit,
sta je altijd in het gelid.
Hangen jouw knaapjes altij netjes in een rij
en jij, jij bent van mij, van mij.
Soms vraag ik jou,'Wil je dan niet even zitten gaan?
Dan zeg je niks en blijf toch staan.