Ik zag jou daar staan,
Die bewuste vrijdagmiddag.
Ik zag jou voor het eerst,
maar ik was meteen verkocht.
Ik ben op onderzoek uitgegaan,
Jou naam is Rogier.
Jij werkt op vrijdag,
Op vrijdag ben jij in die geweldige supermarkt.
Waar ik sinds ik jou heb ontdekt,
altijd boodschappen ga doen.
Die ene keer keek je me aan,
Je lachte naar me.
Ik smolt,
Ik smolt voor je voeten.
Ik krijg dat moment niet meer uit me hoofd,
Dat moment dat ik verliefd op je werd.
Ik ken je niet,
Ik weet alleen je naam.
Ik alleen je uiterlijk,
Hoe kan ik nou verliefd zijn?
Ik wil je leren kennen,
Ik wil nog verliefder op je worden.
Als dat nog kan....