NAAST JE VRIEND
Naast je vriend.
Je gedachten dwalen af.
Even denken aan de woorden
die ik je gaf.
Een glinstering in je ogen.
Een ondeugende glimlach.
Ik kan ze niet zien.
Ik weet dat je naar me smacht.
Hoe lang blijven we dit spel spelen,
wanneer staken we de strijd?
Wanneer zullen we het opgeven,
zodat de verwarring verdwijnt.
Naast je vriend.
In een opwelling geef je ‘m een kus.
Stevig in je armen.
Het is een keuze die je niet kunt…
maken.