spijt
Als robot ga ik weer verder.
Scherper zijn ze nu.
Ze zullen erover zeuren.
Want ze zien het nu.
Maskers te vermoeiend.
Tranen breken door.
Toneel kan niet meer baten.
De mensen krijgen het door.
En altijd blijven lachen,
Breekt me eindeloos op.
Korte rode krassen,
Betekenen mijn strop.
Maar eerst zijn ze verlichtend,
En verzachten ze mijn pijn.
Om vervolgens bloedend,
Mijn tranenbron te zijn.