Zelfmoord
Ik wil dood.
Die gedachten springt door mijn hoofd.
Tranen biggelen over mijn wangen.
Ik zie het niet meer zitten.
Ik heb problemen.
Ik heb geen geld, geen studie, geen geluk
Ik heb geen liefde en geen vriendschap
Alle redenen, voor te willen stoppen.
Ik wil mijn gevoelens en mijn verdriet niet meer opkroppen.
Ik wil rusten, rusten in vrede
Weg van deze wrede wereld, weg van dit tranendal.
Elke keer doe ik een poging en elke keer kom ik weer ten val.
Het zit me niet mee en dat heeft het ook nooit gedaan.
Ik ben verliefd en krijg nul op rekest.
Voel me ellendig en nietig
Vertrapt en verdrietig.
Ik ben leeg, mijn geest is al dood.
Als de tranen eenmaal overheersen in je leven ga je denken.
Denken over de zin van je bestaan.
Denken of je nog wel verder wil gaan.
Nu wil ik even niet verder.
En morgen wil ik dat ook niet.
Alle pijn, alle chaos, alle ellende en alle verdriet.
Al die dingen zijn voor mij een reden om dit te overwegen.
Om te denken of ik nog wel verder wil leven.
Maar toch durf ik niet.
Iets houdt me tegen.
Terwijl mijn geest smeekt om rust en vrede.
Weg van alle ellende, weg van al het verdriet, weg uit dit tranendal.
Opnieuw beginnen maar op een andere plaats.
Nu zit ik in mijn stoel te huilen en te kniezen.
Bedenkelijk, overwegen wat te kiezen.
Leven of sterven.
Zo’n kleine overstap, zo’n groot verschil.
Wat is het beste, komt het nog goed?
Kan ik het wel doen, heb ik wel de moed.
Allemaal vragen, ze maken me gek.
Als ik het doe, dan zijn er mensen die zullen treuren.
Maar ik zit met mijn probleem.
Nu heb ik ook niemand om me heen.
Is het zo gek, als je wil stoppen?
Is het zo gek, als je zegt ‘het is genoeg!’.
Als ik het niet doe dan heb ik nog lang lijden voor de boeg.
Weet niet wat te doen, ik leef in een roes, verdoofd met
mijn verstand op nul.
Ik schrijf een brief, waarin ik schrijf wat de reden is voor
wat ik doe.
Ik schrijf dat ik het niet meer aankan, ik ben het leven moe.
De brief leg ik op tafel, daar waar men de brief moet vinden.
Vredig slaap ik in, wetende dat mijn leiden snel verleden tijd
zou zijn.
Misschien doe ik nu andere mensen pijn.
Maar ik heb er vrede mee, met hoe het nu is.
Voor mij is het leven geen gemis.
Ik sluit mijn ogen en ik val in slaap.
Het licht zou verdwijnen uit mijn ogen.
Maar als ik het niet zo doen, dan zou ik mezelf hebben bedrogen.
Bedrogen en mezelf hebben voorgehouden dat ik wel gelukkig ben.
Maar dat kan niet, gewoon omdat ik mezelf veel te goed ken.
Dus doe ik het toch maar, ik doe waar ik zo hevig naar verlang.
Nu rust ik in vrede
En dat is beter zo.