Zo donker als de nacht
zo donker is mijn hart
Geen lichtstraal kan mij doorboren
Zelfs jij kan mij niet horen
Ik schreeuw om je aanwezigheid
en sta hier voor mijn raam
Ik roep stilletjes je naam
Maar niemand zal me horen
want mijn stem gaat verloren
in het donker, ik staar,
zoekend naar het licht
waardoor een glimlach ontstaat op m'n gezicht
Die grote ster is wat ik zocht
en als het mocht,
vloog ik erheen om m'n vingers te branden
Niet langer wil ik je nog missen
En hoor mijn vingers sissen
Want er is niets zo fijn
dan bij jou te zijn...