Het monster dat ons op de hielen zit hijgt een schrijnend lied de oren in
We gillen omdat we niets anders dan gillen kunnen de angst pelt zwart
Stukjes nagel onder ons geblakerde vingers van het vreten van zweet
Het vet dat zich afzet tegen de porien braakt de puisten naar buiten
Het beeld dat wordt geschets door het stampen van de voeten door
Oplaaiende vlammen die vlak achter ons bossen doen branden als olie
Kruipen onder onze hielen en laten ons schaatsen over de paden; blad
alsof er nooit een bos was dat bleek van onze zorgen zag, een rivier
Voorzie het resultaat als het monster ons achterhaalt en zich te goed
doet aan onze ledematen; leeggevreten oogkassen, verscheurde
pezen opengereten karkassen, dat we uitgespuwd worden voor de
grot die we gedurende ons gehele leven steeds sneller binnen rennen
Auteur: Han Sterk | ||
Gecontroleerd door: ;o)x | ||
Gepubliceerd op: 23 november 2004 | ||
Thema's: |