“Je bent heus wel mooi,”
Ik blijf het maar zeggen
“Je bent ook echt wel slim,”
Maar het valt niet uit te leggen.
Ze heeft haar leven weg geblowd,
Weg geslikt, weg gespuid
Ze ziet alles zo zwart als roet,
Zoals het spreekwoord luidt.
Nog maar een half jaartje terug,
Stond alles nog zo goed op een rij
Ze werd voor het eerst eens echt verliefd,
“hij past zo goed bij mij” is wat ze zei.
Hij gaf haar zoveel en nog veel meer,
De echte liefde maar ook de verslavingen
Een grote verslaving aan hem,
En dan die andere dingen.
Nu zijn we een half jaar verder,
De verslaving aan hem was zo voorbij
Maar die drugs waar hij haar aan zette,
“ja” zegt ze, “dat leeft nu samen met mij.”
Voorlopig komt ze er niet meer vanaf,
Het is iets wat niet zomaar heelt,
Ik kijk haar aan en zwijg...
Ik kijk naar mijn spiegelbeeld.