Het is fout van mij om zulke gedachten te hebben,
Ik mag niej over je denken,
Niej over je dromen,
niej nar je kijken zoals ik het doe,
Maar ik kan niej anders,
Je bent gewoon te leuk,
Waarom kun je gewoon niej anders zijn?
Waarom kun je gewoon niej zo zijn als alle andere mensen?
Ik probeer je over me heen te zetten,
Maar dan krijg ik weer zo'n droom,
Dromen kun je niej weg laten gaan,
Wrrm weet ik ook niej maar het kan niej,
Daardoor kan ik me niej van jouw afzetten,
Hoe graag ik het ook wil.