Sinterklaas
Ze kijkt blij op,
haar ogen glinsteren.
Ze heeft een doos,
vol met cadeaus van haar moeder gekregen.
Ze kijkt verdrietig en woedend neer,
haar ogen verduisteren.
Ze heeft verdriet,
om een familielid die ze voor haar
gevoel niet (meer) heeft.
Ze kijkt bedenkelijk voor zich uit,
ze wil hem niet eens terug!
Ze heeft spijt,
dat ze je lastig valt met haar gezeur!