Ruzie, vete, nooit plezant
Dor, stil, doods, woestijn
En in die stille zee van zand
Doen de weinige woorden pijn
De stelling heet dan pat
Je voelt de kilte om je heen
De onmacht voelt zo koud omdat
Ieder koppig blijft alleen
Dan doet iemand plots een zet
Iets liefs zeggen of ook doen
En nog voor je “vriendschap” hebt gezegd
Is die stilte-woestijn weer helemaal groen
De stilte blijft wel sporadisch daar
Maar ’t is nu de stilte van het bos
En lieve woordjes, al zijn ze kleintjes maar
Zijn nu als zachte spotjes mos
Een knuffel en een lach
Die zijn nog niet, maar komen wel
En je maakt al elkaars dag
Met af en toe een warme dankuwel
Zo bouw je rustig vriendjesbos tesaam
Niet vergetend, maar aan vergeving doen
En de diepe kerven in de stam
Zijn snel bedekt met een laagje groen