De vrouw zit gebogen
Staart naar de tegel bij haar voeten
Ze moet ieder korreltje zand erop kennen
Ze kijkt je niet aan
Maar ze weet dat je er loopt
Haar hoofddoek beschermd haar van je blik
Beschermd haar van haar verdriet
Ze is alleen, niemand die voor haar zorgt
Het bakje voor haar telt wat munten
Nooit genoeg om echt te kunnen ontsnappen