Dagen duren weken, uren duren dagen, ...
Steeds maar wachten tot ik een stap kan wagen.
Ja nog enkele dagen,
Dan zal ik het vragen.
Ik zal haar vertellen wat ik voel voor haar.
Ach wist ik het antwoord al maar.
Ik lig 's nachts van haar te dromen.
Dromen van wat kan komen.
De rest van de nacht lig ik rond te woelen.
Mijn hart blijft maar warmen zonder koelen.
Goh wat heeft ze toch met me gedaan?
Zal ik hier zondag blij of verdrietig staan?
Ach ik zal toch moeten wachten.
Enkel zij kan de pijn ervan verzachten.