Ik ken je niet, alleen je naam en de buitenkant.
Je kijkt naar mij en vraagt je af hoe ik ben.
Ik vind jou opdringerig,
jij vindt mij afstandelijk.
Ik besef dat ik meer afstand van je neem,
Jij laat me langzaam vallen.
Ik moet met je praten,
maar volgens jou moet ik je haten.
Hoe kan ik het je duidelijk maken dat ik met je wil praten, jij verwacht dat niet van mij.
Iedere dag probeer ik het weer,
maar jij vat het negatief op.
Ik wil zoveel zeggen.
Jij probeert geen kontakt meer met me te leggen.
Ik weet dat ik het heb verpruts,
maar jij denkt: het is stuk.
Die gezelligheid die er ooit eens tussen ons was,
is voorbij door die ene nacht.
Het doet mij zoveel pijn,
dat jij niet meer bij mij wil zijn.
Ik laat je maar met rust....
Jij, die het niet meer weet.
Ik, die jou niet vergeet.