She’s like a doll.
Ze is net een pop, ze heeft haar ziel verkocht, ze heeft zich aan zichzelf voorbij laten gaan.
Ze zit aan touwtjes vast, je kan haar besturen van boven af.
Ze heeft geen macht meer over zichzelf, ze heeft de controle uit handen gegeven, vluchten kan ze niet meer, alles wordt nu voor haar gedaan, elke stap die ze zet, alles wat ze doet heeft ze zelf niet in de hand.
Haar lichaam wordt bestuurd door iemand anders, alles zit vast aan touwtjes, als een touwtje knapt heeft ze weer een klein stukje van zichzelf terug.
Was ze dan zo wanhopig, was ze dan zo ver weg dat ze haar vrijheid opgaf.
Ze heeft er niks voor terug gekregen, behalve dat ze al een tijdje aan niks meer dacht.
Ze is leeg van binnen, ze bedenkt niks meer zelf.
Haar eigen leven is ze kwijt, dat is nu geheel verleden tijd.
De touwtjes knappen niet, in tegendeel, dit gaat nog jaren zo door als ze zelf geen stop roept.
Touwtjes of niet, spreken kan ze nog, maar het woordje stop dat mag ze niet gebruiken, dat heeft ze allemaal zomaar ineens zonder denken verkocht.