Huilend als een kind,
luisterend naar de wind.
Huilend om wat is gebeurd,
angstig om wat komen gaat.
Zit ik stilletjes in een hoek,
met in beide handen een boek.
In de ene hand,
een boek waarin 't verleden staat.
In de andere hand,
een boek met een toekomstverhaal.
Het ene zegt te zwijgen,
het andere doet me twijfelen.
Wie ben ik?
Wat ben ik?
Doe ik goed?
Doe ik kwaad?
Gaat het bloeden stoppen?
Gaan de wonden helen?
Gaat de pijn verdwijnen?
Of ga ik wegkwijnen?
Vragen alsmaar vragen.
Maar wie kan begrijpen,
hoezeer ik hunker naar vreugde en geluk,
alles wil lijmen stuk voor stuk.
Naar licht zoek in het donker.
Op zoek ben naar dat ene woord,
dat woord dat redder is in nood.
VREDE