Westerbork, de dagen waren er niet fijn,
maar het konden ook de laatste samen zijn.
Westerbork, het ware lichte dagen,
vergeleken bij de mensen die Auswitch zagen.
Westerbork, de tijd ging langzaam,
en vaak keken de mensen door een raam.
Een raam van verdriet en pijn,
vooral omdat ze dachten:
waar zal mijn familie zijn?
Westerbork, de barakken waren klein,
de mensen die er zaten moesten wachten op de trein.
Westerbork, een kamp omringd door bomen,
maar de mensen kond heus niet mooi dromen.
Westerbork, Het is nu een monument,
Dat herinnert aan dit oorlogsmoment.
Westerbork, er loopt nu een dood spoor,
maar ooit liep dit spoor door.