Vrijdagmiddag... Iedereen in het "vlindertjesstudentenhuis" maakt zich klaar om het weekend bij de ouders, lief of vrienden door te brengen. Iedereen verheugt zich op gezellig bijpraten over afgelopen week. Even alle remmen los... Even weg van de studieboeken...
Toch... Wanneer je even stilstaat voor het gebouw zie je licht branden bij een kamer op het vierde verdiep. Een kamer waar meestal de zon zijn helderste stralen heen stuurt. Een kamer waar enkel plaats is voor liefde... Een kamer waarvan je de warmte al van ver kan voelen… In deze kamer probeert een vlindertje haar verdriet van zich af te zetten.
Doelloos fladdert ze op en neer. Ze lijkt de rust in haar kleine lijfje kwijt te zijn. Het vlindertje mist andere vlinders om haar heen. Ze mist de vrolijkheid van haar soortgenoten, de sprankelende kleuren die uit hun vleugels oprijzen... Ze mist de gezellige babbel met de andere vlinders. Ze mist hun grappen en grollen. Ze mist de warmte die zij haar geven, de liefde die zij telkens weer mag ontvangen…
Oh, het vlindertje zou er alles voor geven om ook maar heel even uit haar eenzame kamertje te kunnen fladderen. Maar buiten haar raam schuilen enge schaduwen achter de donkere bossen. Schaduwen die zelfs jij liever niet tegen komt op een avond als deze. Mist siert de hemel. Zelfs het licht van de duizenden sterren kan deze mist niet doorbreken. Het vlindertje zou wel naar de lichtjes van de grote stad willen fladderen. Maar nee, dit kan ons vlindertje niet aan. Haar vleugels zouden uitgeput raken en ze zou de tocht niet overleven.
Minuscule vlindertraantjes banen zich een weg over haar tere lijfje. Huil maar even uit kleine vlinder. Morgen breekt de zon weer door de wolken. Morgen is deze enge droom weer voorbij. Snikkend kruipt het vlindertje in haar bedje. Lekker warm onder haar deken gaat ze op zoek naar haar knuffelbeer. Ze heeft toch iets gevonden dat warmte en tederheid geeft in de eenzame momenten.
Zachtjes snikkend valt het vlindertje in een diepe slaap… Langzaam maakt mist plaats voor de zon die komen gaat. Het lijkt wel een magisch moment. Zonnestralen schijnen op het gezicht van het vlindertje. Hè, was dit alles dan toch maar een enge droom???