Ik heb altijd gedacht dat liefde niet voor mij was bestemd,
mijn hart had daar vredig mee ingestemd.
Ik beschermde mijzelf met een ijzeren muur,
wat binnen mij brand als een eindeloos vuur.
Daar komt niemand doorheen,
Dat dacht ik althans, totdat jij verscheen.
De muur maakte mij incompleet,
het beschermde mijn hart niet alleen van leed.
Mooie dingen zoals vriendschap en vreugd,
deden mijn hart ook niet meer deugd.
Jouw warme woorden en vriendelijk gelaat,
lieten mijn hart in een aftandse staat.
Mijn muur verdween langzamerhand,
en ik begon te dromen van ons, hand in hand.
Jij kon niet zien wat je in mij had losgemaakt…