het gordijn wiegt zachtjes
heen en weer
op mijn melodie, mijn klaaggezang
kippenvel is het minste wat mijn lichaam
irriteert en doet huiveren
de wind vreest niet langer
het doen liggen van de golven, het oog
van de storm in hartje zomer
maar het is geen kunst, een kwestie
van oefenen met een vlieger op een zand
dat niet van mij is en nooit is geweest