Kanker…..een familiezaak.
Het moet nu zowat acht jaren geleden zijn. De dag dat mijn moeder een brief ontving, waardoor zij zich gratis kon laten onderzoeken op borstkanker. Ze was net vijftig geworden, en volgens dat schrijven kwam zij nu toch wel in de risicozone terecht.
Ik herinner mij ook nog heel goed haar eerste reactie daarop, ze vroeg zich af of dit nu echt wel nodig was, of zij daarvoor tijd moest gaan maken.
Zij voelde zich dan ook helemaal niet ziek of zo, had nergens last van. Dus, volgens haar zou het toch allemaal een maat voor niks wezen.
Doch het tegendeel bleek. Na het onderzoek, nog geen week later, kreeg zij van de huisdokter te horen dat er wat ‘mis’ was. Ze hadden een knobbeltje ontdekt aan de linkerkant en een operatie drong zich op. Liefst zo spoedig mogelijk.
Mijn ouders hun wereld stortte zowat in, maar toch beseften zij maar al te goed dat er geen keus was. Die ‘zure appel’, daar moesten zij doorheen.
Het kankergezwel bleek kwaadaardig te zijn, (zoiets stellen ze pas op de operatietafel vast), daardoor werd besloten om heel de linkerborst weg te halen, alsook alle omringende klieren. Het was een zware ingreep.
Wekenlang nabestralen was de volgende stap in het bestrijden van de kanker, alle resten moesten eraan. De pijn, die is tot op de dag van vandaag nog steeds aanwezig, niet zozeer fysiek, maar veel meer op het emotionele gebied. In de eerste plaats omwille van de ‘verminking’, want zo ervaart mijn moeder dit. Maar ook de nog altijd aanwezige angst, de machteloosheid. Alhoewel zij ondertussen ‘volledig genezen’ verklaard is, blijft de twijfel voor altijd aanwezig, ‘het moest maar eens terugkomen!’
Maar het leven ging door, en stilaan werd het woord ‘kanker’ naar de achtergrond verdrongen. Het was niet meer het allesoverheersende gespreksonderwerp tot wij zowat een jaar geleden opnieuw een zware slag te verwerken kregen. Eén met veel ergere gevolgen.
Mijn vader sukkelde al meer dan een maand met wat hij noemde, ‘een hardnekkig hoestje’. Een ‘verkoudheid’ die maar niet verdwijnen wou. Bij onze huisdokter ging waarschijnlijk een belletje rinkelen, want hij verwees hem meteen door naar het ziekenhuis voor een grondig onderzoek. Het verdict was allesvernietigend.
In het ziekenhuis hadden ze een tumor ontdekt, tussen de longen. Zeer kwaadaardig en uitermate agressief. Er waren ook reeds uitzaaiingen vastgesteld, zodat opereren uitgesloten was.
De dokters vertelden, dat wij ons op het ‘ergste’ mochten voorbereiden. Mijn vader zijn levenskansen waren in het allerbeste geval, minder dan één jaar.
Weer stortte onze wereld, en deze keer wisten wij dat er geen genezing mogelijk was. Wij waren op de hoogte, maar niemand durfde het pa te vertellen. Wij besloten om het hem niet te vertellen, tenzij hij er zelf over wou praten. Heeft hij nooit gedaan, maar hij wist het hoor, Hij voelde de pijn, zag het verdriet rond hem, maar ook hij zweeg, ik denk om ons te sparen.
De laatste drie maanden van zijn leven is hij thuis verzorgd geweest. Liefdevol door iedereen. Maar het is hard om je eigen vader, de persoon waarnaar je steeds opkeek, langzaam zien af te takelen.
Hij vocht dapper tegen deze vreselijke ziekte, maar de kansen waren ongelijk en de dag voor Pinksteren kwam hij te overlijden. Zijn lijdensweg was voorbij. Hoe zwaar het ook is om één van je ouders te verliezen, ergens was het overlijden toch ook een héél kleine opluchting. Hij was nu van alle leed en pijn verlost, want op het laatst was hij nog maar een schim van de persoon die hij ooit geweest was.
Het is nu enkele maanden geleden sinds zijn overlijden, en in die tijd heb ik alles eens rustig kunnen overlopen, alles eens netjes op een rijtje geplaatst. Ik ben beginnen tellen; mijn vader had zes broers en één zus. Allen zijn ze aan één of andere vorm van kanker overleden. Ook langs mijn moederskant zijn er heel wat kankerpatiënten te betreuren, en ergens vrees ik dat de ziekte dan toch wel erfelijk bepaald is. Juist omdat sommige families er wel degelijk meer onder leiden dan anderen. Dat zij er heel wat meer mede geconfronteerd worden. Als dit werkelijk zo is, houd ik mijn hart vast voor wat nog allemaal komen moet. Niet enkel voor mij of mijn zussen, maar meer nog voor al onze kinderen. De ziekte is zo verwoestend, dat alleen maar eraan denken beangstigend is. Het scheurt families uit elkaar, maar tezelfdertijd worden de banden opnieuw hechter, want in tijden van pijn, ziekte en verdriet, zoeken wij toch troost in elkaars armen. Ruzies die er mogelijks waren worden naar de achtergrond verwezen en iedereen heeft zich ten volle naar de ander toe.
Het is een vreselijke ziekte, en de dag dat zij die kunnen overwinnen, zal er heel wat leed van deze aardbol verdwenen zijn. maar die dag…of die er ooit zal komen….Wie zal het zeggen, maar laat ons gewoon maar hopen van wel…..
de tijd raakt niet meer
laat jouw vingertippen
zachtjes
tijd aanraken
ontglippen uit handen
als korreltjes zand
tot waar eeuwigheid
verglijdt
in angstige dromen
herinneringen vervagen
de eenzaamheid
omhels dan heel even
de dag
het ontwaken
de tijd zal jou raken
nog even te gaan