Groene ogen en een sigaret,
je handen op m'n buik
Je handen op m'n handen
Je kilte, me verbrandend
maar je liefde die me plet.
Je kuiltjes als je lacht,
je onzekerheid eraan gehangen
je nagels in m'n rug,
je tederheid verbergend,
vergroten slechts m'n verlangen.
Je doet niet hoe je bent,
maar een ander ben je niet
je tegenstrijdigheid, je chaos
je trekt me aan en stoot me af
ik hou van je,
misschien ook niet.