Als gevangene in mijn gedachten,
Denk ik aan iets,
Denk ik aan niets.
Ik zit gevangen,
Aan de gedachten aan jou,
Ik ken jou niet,
Wie ben jij?
Ik wil het weten.
Ik zit al dagenlang gevangen,
Aan de gedachten aan jou,
Ik wil weten wie je bent.
Ik wil je ontmoeten.
En nog belangrijker,
Waar je bent.
Besta je alleen in mijn gedachten,
Of ook in het echt.
Ik wil je zien.
Ik wil je horen.
Ik wil je ruiken.
Ik wil je voelen.
Ik wil je,
Ik wil je…
Ik weet niet wat ik nog meer wil,
Van jou.
Ik wil je nu zien.
Waar ben je nou?
Waar woon je?
Leef je wel?
Sorry een beetje een rare vraag.
Natuurlijk leef jij.
In mijn gedachten.
Dagenlang denk ik aan je,
Kan niet slapen tot ik je zie.
Ik fantaseer hoe jij bent.
Je karakter,
Je uiterlijk.
Ik zie je als ik slaap.
Ik zie je als ik niks doe.
Ik zie je overal.
Maar niet in het echt.
Ik blijf hopen tot ik bij je ben,
Tot ik je zie.
Zolang jij bestaat,
Zolang ik aan je denk.
Zolang als ik wil.
Stoppen kan ik niet.
Mijn gedachten blijven bij je.
Ik blijf hopen.
Tot het lichtje aan het eind,
Van de tunnel dooft.
Zolang als het duurt.
Ook al duurt het:
Jaren,
Maanden,
Weken of,
Dagen.
Nog maar even,
En dan zie ik je.
Ik denk nog 1 nacht,
Tot jij voor me staat.
Dat je lacht,
Terwijl ik wakker word.
Dat je me troost,
Als ik huil.
Je bent altijd bij me.
Je laat me nooit alleen.
Jij bent mijn steun en toeverlaat.
Je staat voor me als ik,
Mijn ogen open doe.
1, 2, 3!
Je staat voor me!
Mijn ogen gaan langzaam open.
Ik zie voeten,
Benen,
Een bovenlichaam,
En,
En jou gezicht.
Met die vriendelijke lacht.
Als ik half huil,
Van blijdschap.
Zolang gevangen gezeten,
In mijn gedachten.
Zolang gehoopt,
Tot ik je zag.
En nu,
Nu sta je voor me.
Hier heb ik zolang,
Op gewacht.