De nacht brengt rust in mijn hoofd
Het zwart maakt me kalm en stemt me mild
overdag schreeuw ik tegen de tralies in mijn hoofd
en verwens ik mijn zogenaamde vrienden
ik ben niet bang voor het donker, de duisternis kent geen geheimen
het felle daglicht kwelt mijn ogen en laat mijn slapen bonken
een tijdbom zonder ingestelde tijd, die elk moment ontploffen kan
Het zijn mijn gedachten die me buitensluiten
er bestaan geen gevoelens die dit fort kunnen veroveren
Terwijl mijn hersenen zwart worden en afsterven
krijg ik geen woord over mijn lippen
verzwelgend in onpeilbaar diepe zeeën van opgekropt verdriet
tranen die mijn wangen nooit bereiken
De kale bomen in de verte die langzaam hun takken krommen
een eindeloos gevecht tegen de winter
die lange zwarte nachten kent.