*Odysseus’ thuisreis*
Odysseus, een man
Die het moet hebben van zijn brein
Zijn intelligentie, want, zoals later blijkt
Door hem, konden de Grieken winnaar zijn
Hij was architect in de Trojaanse oorlog
Iedereen kent wel zijn houten paard
Waarin de Grieken zich hadden verstopt
Een aantal jaar nadat de oorlog was verklaard
De Grieken gingen weer terug na de overwinning
En, na de hele stad te hebben verwoest
Maar maanden later was iedereen al thuis
Alleen Odysseus, die nog komen moest
Tijden gingen voorbij
Maar nog steeds geen koning van Ithaka
Zijn vrouw Penelope vol wanhoop en verdriet
Maar zoon Telemachos dacht: ‘ach, hij komt wel bijna’
Toch na jaren ging hij zelf op zoek
Bezocht hij vrienden en vroeg
Hen voor informatie, waar zijn vader was
Het was als een echte zoon, zoals hij zich gedroeg
Inmiddels verdringen zich tientallen
Vrijers is het paleis van onze vriend
Smekend om de hand van zijn vrouw
Maar zij had het zich goed uitgekiend
Ze zou een kleed weven en
Wanner het klaar was een man kiezen
Maar ’s nachts draaide ze steeds weer alles terug
Als ze maar haar man niet hoefde te verliezen
En Odysseus zit nog steeds
Op de soms rustige, vaak kolkende zee
Want Poseidon kon hem niet meer uitstaan na het verblinden
Van zijn cycloop en het ontsnappen met het vee
Dus hij wist niet eens waar hij was
Hij kwam uit bij de Sirenen
Met hun zeer verleidelijk gezang
Daar zijn echt duizenden schippers verdwenen
Of hij was bij een of andere
Gekke tovenares, Calypso, die hem voor zich hield
Jaren vergingen, de heimwee groeide
Maar de liefde voor Penelope was nog lang niet vernield
Na tien jaar keerde hij dan eindelijk thuis terug
Al zijn mannen was hij verloren
En niemand geloofde nog in zijn leven
Hoewel hij voor zichzelf zijn terugkomst had gezworen
Hij vermomde zich als zwerver met hulp van een godin
En dacht dat niemand hem terug zou kennen
Maar uit onverwachte hoek
Was er één, die naar hem toe zou rennen
Zijn goeie ouwe makker
De stokoude, nu verwaarloosde hond
Jaren wachtte hij op zijn baasje, en nu
Was vlak voor zijn sterven zijn cirkel weer rond…
In een paar dagen overtuigde hij enige makkers
En verzorgde hij het einde van die dronklappen
Hij was weer thuis, de koning van Ithaka
En kon weer zo met zijn vrouw het bed in stappen