Ik span mijn boog,
want de wind staat oostwaards,
geen idee wat het betekend,
aan het bloed wat de doorn veroorzaakt,
hecht ik geen waarde aan,
het is enkel een boodschap,
zo zwerf ik richting noorden,
enkel dat de wind in mijn gezicht,
zodat ze me niet kan verrassen,
en laat ik bakstenen achter,
bij iedere stap,
om mijn last te verlichten